Samenwerken aan betere mondzorg: in gesprek met Anouk, Mieke en Joop  

Mondzorg is een onmisbaar onderdeel van goede zorg, maar hoe zorg je ervoor dat het in de dagelijkse praktijk echt een plek krijgt? We spreken met drie ervaren mondzorgprofessionals van Omnios:  

Mieke van Geerenstein is preventie-assistent en werkt al een geruime tijd voor Omnios. De ene dag assisteert ze bij behandelingen, de andere dag voert ze preventieve zorg uit. Doordat ze al langer voor Omnios werkt, en een achtergrond in de zorg heeft, heeft ze samen met het mondzorgteam op elke locatie een fijne band opgebouwd met zorgmedewerkers en bewoners. 

Joop Koornwinder heeft jarenlang een eigen praktijk gehad, maar koos vijf jaar geleden bewust voor Omnios. Als tandarts binnen de organisatie ziet hij hoe mondzorg in zorginstellingen steeds belangrijker wordt en hoe samenwerking met de zorgteams daarin een sleutelrol speelt.

Anouk Buijs werkt inmiddels ruim een jaar als mondhygiënist bij Omnios. In haar werk komt ze dagelijks in aanraking met de uitdagingen én de impact van goede mondzorg. Interdisciplinair samenwerken vindt ze een belangrijk speerpunt binnen de zorg.

Mieke komt al jarenlang op verschillende locaties en merkt hoe belangrijk het is om een goede band op te bouwen met zorgmedewerkers. “De bewoners veranderen natuurlijk ook, maar de vaste zorgmedewerkers ken ik allemaal. Dat maakt samenwerken makkelijker.”  

Joop vult aan: “Mieke zegt ook altijd tegen de zorg: ‘Als er iets is, klamp ons aan, wij helpen graag.’ Dat maakt echt verschil. Ik (Joop red.) moest vandaag iets later aansluiten bij dit interview omdat ik tussendoor bij een cliënt langs ging die niet op de planning stond. Deze mevrouw had last van een vervelende drukplek in de mond. De zorg gaf dit bij ons aan, en wij spelen daar direct op in. Voor zo’n cliënt is dat enorm waardevol: een kleine ingreep, maar een groot verschil in comfort.”  

Hoe zorg je dat die samenwerking goed loopt? Volgens Mieke en Anouk begint het vaak bij hen. Wij proberen de zorgmedewerkers echt te betrekken bij  de mondzorg. Dit doen we door aan te geven dat ze altijd vragen mogen stellen, maar ook door ze mee te nemen in de praktijk. “Als we iets bijzonders zien in de mond of als bijvoorbeeld de mondhygiëne niet op orde is, halen we de zorg erbij,” legt Anouk uit. “Zo kunnen we laten zien hoe de gebitssituatie is en overleggen wat we er samen aan kunnen doen.”  

Maar niet iedereen reageert even positief. “Sommigen zorgmedewerkers schrikken en willen er meteen mee aan de slag, anderen halen hun schouders op en zeggen: ‘Dan is het maar zo.’ De mate van betrokkenheid verschilt enorm,” merkt Anouk op.  

Op locaties waar Omnios al langer actief is, zien ze wel degelijk vooruitgang. “Mits er geen constante wisselingen zijn in het personeel,” zegt Joop. “Als de gezichten steeds veranderen, krijg je er geen grip op.”  

Mieke beaamt dat: “Continuïteit is heel belangrijk. Wij kennen hen, zij kennen ons. Zo bouw je samen iets op.”  

Dat samenspel is essentieel, benadrukt Mieke: “Mondzorg is een onderdeel van de zorg. We willen niet belerend zijn, maar juist ondersteunen. Als zorgmedewerkers ergens tegenaan lopen, willen we dat ze ons weten te vinden. Sommige gebitssituaties zijn ingewikkeld, en als je niet in dit vak zit, weet je soms niet wat je ermee aan moet. Dan hopen we dat ze ons erbij betrekken in plaats van dat ze denken: ‘O nee, daar komt de tandarts…’ In het begin duiken ze soms bijna weg, maar na verloop van tijd merken ze dat we er zijn om te helpen.”  

Joop ziet dat die communicatie steeds beter wordt: “De laatste jaren is er veel verbeterd. Dat komt de zorg echt ten goede.”  

Mondzorg is niet alleen belangrijk als een bewoner pijn heeft, maar speelt ook een rol bij andere gezondheidsklachten. Joop geeft een voorbeeld: “Laatst hadden we een bewoner die ineens slecht at. De eerste reactie is dan vaak om over te gaan op gemalen voedsel, maar in dit geval bleek dat hij een afgebroken kies had, waardoor zijn tong flink beschadigd was. Een kleine ingreep – even de kies glad maken – en hij kon weer normaal eten. Daarom is het zo belangrijk dat de zorg signalen herkent en ook ons inschakelt, naast de arts.”  

Toch wordt die link nog niet altijd gelegd, merkt Mieke op. “Als een bewoner slecht eet, denken ze niet altijd aan mondproblemen. Daar valt echt nog winst te behalen.”  

Om die kennis te vergroten, geven de teams van Omnios -naast de basistrainingen die via de Omnios Academie beschikbaar zijn- regelmatig instructies op locatie. “Learning on the job,” zegt Mieke. “Als we iets zien, roepen we de zorg er meteen bij. Ik heb ook altijd filmpjes paraat om bijvoorbeeld het nut van reinigen te laten zien.”  

Het helpt ook als de zorg weet wat bewoners in hun mond hebben. Daarvoor hebben we bij Omnios handige poetskaarten beschikbaar. Deze kunnen opgehangen worden bij de bewoners in de kamer of digitaal in het zorgdossier verwerkt worden. Het is de verantwoordelijkheid van de zorg, eventueel met hulp van de mondzorgverlener, om deze poetskaarten in te vullen. Op deze kaarten staat de gebitssituatie vermeld en hoe de mond -of de prothese- het beste gereinigd kan worden. Een handig hulpmiddel zodat de cliënt, mantelzorg en/of de zorg weten hoe de mondverzorging uitgevoerd kan worden.

Een ander belangrijk thema is mondzorg in de palliatieve fase of terminale fase. Anouk licht toe: “Op dat moment draait zorg niet meer om genezing of stabilisatie, maar om comfort. Een droge mond of etensresten kunnen ontzettend vervelend zijn. Regelmatig reinigen zorgt voor een prettig gevoel in de mond, dat is in die fase ook erg belangrijk.”  

Joop vult aan: “Mondzorg in de palliatieve- of stervensfase wordt nog wel eens vergeten. Terwijl het juist in die fase meer comfort kan geven. En uiteindelijk draait het natuurlijk in alle fases om comfort. Mensen moeten lekker kunnen eten, praten en lachen. En als esthetiek belangrijk is voor iemand, dan zorgen we natuurlijk ook voor keurige vullingen. Maar het allerbelangrijkste is dat mensen zich goed voelen.”  

Reablement – het ondersteunen van bewoners om zelfredzaam te blijven – speelt een steeds grotere rol in de zorg. Maar hoe werkt dat bij mondzorg?  

Mieke legt uit: “Je moet goed kijken naar wat iemand nog kan. Iemand met een beperkte motoriek kan zijn mond niet altijd volledig zelf reinigen. Gelukkig zijn er veel hulpmiddelen die ingezet kunnen worden om iemand zo lang mogelijk zelfstandig de mondverzorging te laten uitvoeren. Bij dementie zie je soms dat poetsen nog wel lukt, omdat het een vast patroon is.”  

Joop probeert ook de familie te betrekken. “Ik zeg vaak: ‘Als jullie op bezoek zijn, poets een keer de tanden van je naaste.’ In de basis is dit onderdeel van de dagelijkse zorg, maar in het veranderende zorglandschap moeten familieleden soms ook een rol pakken. Gelukkig krijgen we vaak terug dat ze blij zijn met de mondzorg die we bieden.”  

De rol van mondzorg zal alleen maar groter worden. “Steeds meer mensen behouden hun eigen gebit,” zegt Mieke. “Vanochtend had ik nog een vrouw van 94 met bijna al haar eigen tanden. Dat zien we steeds vaker.”  

Haar boodschap voor de zorg? “Laten we samenwerken en elkaar opzoeken.”  

Joop knikt instemmend: “Het geeft resultaat. En daar hebben de bewoners profijt van!”  

Laten we samenwerken en elkaar opzoeken. Het geeft resultaat en daar hebben de bewoners profijt van!

Mieke & Joop

Wil je meer weten over hoe Omnios kan helpen om de mondzorg binnen jouw zorginstelling goed te organiseren? Neem dan contact op.

Dit bericht delen