
Regelmatige bezoeken aan de tandarts zijn erg belangrijk, vooral voor ouderen. Maar hoe vaak komt mondzorg ter sprake? Praten erover kan helpen! Je leest er hier meer over.

Mevrouw F. zit in een prachtige nieuwe super-de-luxe rolstoel op me te wachten. Nadat ik haar verteld heb wie ik ben en dat ik haar even meeneem naar haar kamer, rijd ik de rolstoel waarin ze zit een stukje naar achteren en zit gelijk klem.

Na een paar heerlijke zonnige vakantie weken stap ik mijn favoriete afdeling weer op. Ik ben nog maar net binnen of er wordt heel enthousiast naar mij gezwaaid. Mevrouw L. wenkt mij dringend en ik loop naar haar toe. De zorg grinnikt wat en zegt dat ze met grote regelmaat naar ons heeft gevraagd.

Mevrouw S. zit in haar kamer als ik haar bezoek voor een controle van haar mond. Ze zit samen met haar knuffel wat te babbelen. Het is een mooi beeld, ze is niet meer in staat om goed verbaal te communiceren maar ze lijkt volledig tevreden. Ik versta ineens de zinnen van Berend Botje. "Dat is een mooi versje" zeg ik tegen haar. "Zullen we het samen zingen?"

Wanneer ik de huiskamer inloop hoor ik direct vrij dwingend naast me: "Zuster! Zuster!" Ik draai me om en loop naar haar toe. "Zeg het maar hoor" zeg ik vriendelijk. "Ik wil koffie. En melk. En een lepeltje".

Ik loop richting gesloten afdeling en duw de deur open. Iets verder dan normaal en ineens hoor ik een klik. De deur staat wagenwijd open en is in een slot geklikt. Dat lijkt mij op een gesloten afdeling niet zo handig maar krijg de deur niet uit het slot.

Wanneer ik bij meneer K op zijn kamer ben begint hij gelijk zijn schoenen en sokken uit te doen. "Nee nee nee, ik kom voor de tanden niet voor de voeten!" roep ik verschrikt.

Ik duw mevrouw G in haar rolstoel terug richting huiskamer. Onderweg komen we mevrouw N tegen en voordat ik besef wat er precies gebeurt haalt mevrouw G uit naar mevrouw N, waarop mevrouw N direct een mep terug geeft (wat ik haar niet echt kwalijk kan nemen natuurlijk).

Het meubilair in het kamertje van mevrouw T. is net zo minimalistisch als haar klachten. Een paar rotan stoelen, in een ruitvorm opgesteld. Een kleedje op de grond. De spulletjes op de vensterbank zijn schaars, maar heel precies neergezet. Toen we met ons team binnenkwamen, haastte ze zich zo goed en kwaad als het ging om haar slaapkamerdeur dicht te doen. Ze zei snel iets over een rommeltje en haar bed dat nog niet was opgemaakt.

We horen iemand neuriën op de gang. 'Ah! Daar zul je mevrouw De P. hebben, die krijgen we de hele ochtend al niet te pakken.' Mijn collega-assistente Lisette springt op om de deur open te doen.

Meneer De K. zit te dutten in de stoel tegenover me. Naast me zit mevrouw W. Ze veegt een beetje afwezig met haar hand over tafel, net naast de pot thee en het pak koekjes dat er ligt.