Mevrouw F. zit in een prachtige nieuwe super-de-luxe rolstoel op me te wachten. Nadat ik haar verteld heb wie ik ben en dat ik haar even meeneem naar haar kamer, rijd ik de rolstoel waarin ze zit een stukje naar achteren en zit gelijk klem.
Na een paar heerlijke zonnige vakantie weken stap ik mijn favoriete afdeling weer op. Ik ben nog maar net binnen of er wordt heel enthousiast naar mij gezwaaid. Mevrouw L. wenkt mij dringend en ik loop naar haar toe. De zorg grinnikt wat en zegt dat ze met grote regelmaat naar ons heeft gevraagd.
Mevrouw S. zit in haar kamer als ik haar bezoek voor een controle van haar mond. Ze zit samen met haar knuffel wat te babbelen. Het is een mooi beeld, ze is niet meer in staat om goed verbaal te communiceren maar ze lijkt volledig tevreden. Ik versta ineens de zinnen van Berend Botje. "Dat is een mooi versje" zeg ik tegen haar. "Zullen we het samen zingen?"
Tijdens het inspirerende congres werd nogmaals benadrukt dat er verschraling in de zorg plaatsvindt, steeds meer mensen verlaten de zorg. En dat vinden wij zonde, de zorg is juist zo mooi!
Met de Indicatorenset Mondgezondheid is een belangrijke stap gezet om de gesteldheid van de mondgezondheid van ouderen op wetenschappelijke wijze te monitoren.
Omnios en Beweging 3.0 vinden het belangrijk dat alle bewoners goede mond- en tandheelkundige zorg ontvangen. Daarom zijn er nieuwe samenwerkingsafspraken gemaakt met Beweging 3.0, zodat op alle locaties van Beweging 3.0 de tandartszorg van Omnios kunnen ontvangen.
Wanneer ik de huiskamer inloop hoor ik direct vrij dwingend naast me: "Zuster! Zuster!" Ik draai me om en loop naar haar toe. "Zeg het maar hoor" zeg ik vriendelijk. "Ik wil koffie. En melk. En een lepeltje".
Ik loop richting gesloten afdeling en duw de deur open. Iets verder dan normaal en ineens hoor ik een klik. De deur staat wagenwijd open en is in een slot geklikt. Dat lijkt mij op een gesloten afdeling niet zo handig maar krijg de deur niet uit het slot.
Wanneer ik bij meneer K op zijn kamer ben begint hij gelijk zijn schoenen en sokken uit te doen. "Nee nee nee, ik kom voor de tanden niet voor de voeten!" roep ik verschrikt.
De wijze van mondzorg verlenen is in een niet-klinische setting, in de eigen omgeving van de cliënt. We houden rekening met de wensen en behoeften en werken volgens belevingsgerichte en persoonsgerichte zorg. Dit maakt ons werk afwisselend, uitdagend en interessant.”
Ik duw mevrouw G in haar rolstoel terug richting huiskamer. Onderweg komen we mevrouw N tegen en voordat ik besef wat er precies gebeurt haalt mevrouw G uit naar mevrouw N, waarop mevrouw N direct een mep terug geeft (wat ik haar niet echt kwalijk kan nemen natuurlijk).
Ik kon altijd goed met ouderen werken en was door mantelzorg al in aanraking gekomen met de verpleeghuiszorg. Dat vond ik interessant en toen ik een advertentie zag waar ze een tandarts zochten met affiniteit voor ouderen heb ik dan ook contact opgenomen.